
Welkom Gerrit van Oosterom
Maandag 2 september 2019 is Gerrit van Oosterom gestart bij Copijn Tuin- en Landschapsarchitecten. Gerrit komt het team versterken met zijn kennis en kunde op gebied van groen erfgoed. Wij zijn blij met zijn komst en stellen hem graag aan je voor. Veel plezier met het lezen van het interview.
In 1993 begon je met je opleiding Bachelor of Science Landscape Architecture. Sindsdien heb je dit vakgebied je eigen gemaakt. Wat vind je zo leuk/aantrekkelijk aan landschapsarchitectuur?
Het blijft voor mij altijd bijzonder dat je als landschapsarchitect aan de wieg mag staan van soms hele grote veranderingen in de dagelijkse leefomgeving van mensen. Je krijgt de vraag om de wereld een stukje mooier te maken. Wie wil dat nu niet? Je maakt mij dan ook niet blijer dan door een gerealiseerd project te lopen en te zien hoe dat idee, waar je soms zolang aan gewerkt hebt, door mensen eigen wordt gemaakt. Al doende leer je dan ook dat je als ontwerper altijd maar een passant bent die op een bepaald moment de boel een klein beetje mag bijsturen. Dat vraagt in mijn ogen een bescheiden benadering waarbij je iets probeert te maken dat naadloos past bij een plek en waar bovendien ruimte in zit om mee te kunnen bewegen met toekomstige veranderingen.
Als we kijken naar jouw opleidingen, dan zit je niet stil. Op dit moment ben je aan het promoveren op groen erfgoed. Kan je ons wat meer vertellen over jouw landschapsarchitectuur ambities?
Ik vind het leuk om op twee manieren met het landschap bezig te zijn. Ontwerpend vanwege het creatieve aspect van het vormgeven van de toekomst. En onderzoekend vanwege mijn interesse voor de historie achter het landschap.
Om die reden heb ik ook een promotieproject gekozen dat gaat over een volledig verdwenen landschap; namelijk het buitenplaatslandschap ten zuiden van Amsterdam in het Amstelland. Ik onderzoek daar de agrarische kant van de buitenplaats in de achttiende eeuw; een onderdeel van de buitenplaatscultuur waar we nog weinig van afweten. Tegelijkertijd kom ik als ontwerper de overblijfselen van die buitenplaatscultuur weer tegen als groen erfgoed. Wat gaan we nu met al dat verleden doen, wat moet absoluut blijven en wat kunnen we toevoegen? Dat schaken op twee borden is leuk en daar wil ik me de komende jaren verder op ontwikkelen.
Het is ook een spannende tijd, omdat ik denk dat we als ontwerpers de komende jaren nog beter zullen moeten leren hoe we grote opgaves als verduurzaming, de effecten van klimaatverandering en de vraag naar nieuwe betekenissen gaan combineren met de vaak diepgewortelde wens van het publiek om erfgoed vooral te conserveren alsof het museumstukken zijn. Dat spanningsveld gaan we steeds meer opzoeken en ik vind het zowel als ontwerper en als onderzoeker een uitdaging daarover mee te denken.
Na 13 jaar bij Gemeente Apeldoorn vond je het tijd voor een nieuwe uitdaging. Waarom?
Ik heb in Apeldoorn hele mooie projecten gedaan waaronder de herontwikkeling van het zendcomplex van Radio Kootwijk, het herstel van een aantal beken en de herinrichting van de binnenstad, het beschermd stadsgezicht van de Metaalbuurt en de wijk Kerschoten die door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed is aangewezen als top tien naoorlogs erfgoed. In die projecten kon ik mijn dubbel achtergrond als ontwerper en landschapshistoricus meer dan kwijt maar tegelijkertijd is de gemeente Apeldoorn geografisch begrensd en komen dat soort projecten niet steeds voorbij. Om mijzelf te kunnen blijven ontwikkelen moet je jezelf dan op een gegeven moment afvragen of de bakens niet verzet moeten worden en je je opgedane ervaring ook niet breder kan inzetten.
Wij zijn ontzettend enthousiast jou te mogen verwelkomen in ons team. Wat is jouw reden geweest om een volgende stap te maken naar Copijn?
Copijn is een echt ‘maak-bureau’ met een duidelijk profiel en fantastische projecten en dat spreekt mij erg aan. Toen ik benaderd werd met de vraag of ik een bijdrage wilde leveren aan het uitbouwen van juist dat groene erfgoed specialisme van het bedrijf was mijn interesse dan ook direct gewekt. Tjeerd, Sander en ik hebben een aantal mooie en open gesprekken gevoerd over waar Copijn en ik voor staan en welke kant de landschapsarchitecten op willen. Ik denk dat we elkaar kunnen versterken en ik heb zin om na 13 jaar te investeren in één plek nu opnieuw mijn vleugels uit te slaan en met nieuwe opdrachtgevers en nieuwe collega’s de volgende stap te zetten.
Wij vinden het ook interessant om te weten wie Gerrit is in privé sferen. Kan je ons wat meer vertellen aan de hand van de volgende vragen?
Waar droomde jij als klein kind van?
Ik ben opgegroeid op een boerderij waar letterlijk en figuurlijk alle ruimte was om te gaan tuinieren. Waar je met alles wat je tegenkwam aan de slag kon en als je het zat was het gewoon weer liet verwilderen of opnieuw begon. Ik denk dat mijn creativiteit daar in hoge mate gevormd is. Dat ik ‘iets met plantjes’ zou gaan doen was dan ook nooit een verrassing, het was vooral de vraag hoe en in welke vorm.
Wat is de belangrijkste les die jij ooit hebt geleerd?
Een aantal jaren geleden zijn mijn beide ouders onverwacht in korte tijd na elkaar overleden. Ook al ben je al veertig, opeens ben je dan geen kind meer en dat verandert een aantal dingen op een veel fundamenteler niveau dan ik ooit gedacht had. Dat is heftig maar als er wat meer afstand is ook verrijkend en verdiepend. Dat op zichzelf is een hele waardevolle les. Net als het inzicht dat je samen zoveel meer aan kunt en zoveel sterker bent dan je voor mogelijk acht. Dat je soms beter kunt meebewegen dan je te verzetten als het even tegenzit.
Wat is de grootste blunder die jij ooit tijdens je werk maakte?
In een van mijn eerste projecten, de buitenruimte van het nieuwe bezoekerscentrum voor het Nationaal Park Drents Friese Wold, hadden wij iets van twintig zwerfkeien bedacht die we ter plekke wilden inpassen langs een laan die was ontworpen. In het bestek was dit op enig moment per ongeluk veranderd van stuks in ton waardoor we, toen het geleverd was, ter plekke maar moesten bedenken wat we met twee vrachtwagens vol grote brokken Noors graniet gingen doen. We hebben daar uiteindelijk een paar hele mooie spelaanleidingen van laten maken dus uiteindelijk kwam het goed maar sindsdien controleer ik bestekken toch net ietsje beter.
Waar kunnen wij jou voor wakker maken?
Liever niet, maar voor een bezoek aan ruïnes, verwaarloosde en ontoegankelijke terreinen of andere ‘gekke plekken’ waar je normaliter niet komt ben ik altijd wel in.
Tot slot: wat kunnen wij doen om jouw werkgeluk te vergroten?
Het stellen van deze vraag is daar al een goed begin voor en veelzeggend. Vanaf het eerste contact voel ik me bij jullie welkom. Ik heb gemerkt dat werken binnen Copijn werken is in een hecht team waar mensen niet alleen in projecten maar ook in elkaar investeren en naast passie voor het vak gelukkig ook kunnen relativeren. Daar herken ik me in en daarom ga ik met plezier en goede zin aan de slag. Volgens mij is dat werkgeluk toch?
Nogmaals welkom Gerrit! Wij kijken ernaar uit om mooie groen erfgoed projecten met jou op te pakken.